Een zitdeken vilten
Ik ben een koukleum. Als ik zit te werken achter de computer, of aan het spinnen ben, of achter mijn hobbytafel zit op mijn gymbal. Hiervoor een deken maken leek me een prima viltproject. Ik besloot om dit in natureltinten uit te voeren, met een Keltisch thema. Het moest een vrij smalle, maar wel lange deken worden die ik om mijn heupen en bovenbenen kan draperen.
Een deken heeft een boven- en een onderkant. Zowel aan de boven- als de onderkant moesten er draden komen voor het Keltische thema.Hier de draden voor de onderkant, gesponnen uit witte wol en hondenharen van mijn honden. Deze komen met een reden aan de onderkant: ook na het spinnen laten ze nogal makkelijk los en blijven dan aan je kleren hangen. Dus… niet zo geschikt om op te zitten. |
Over de draden leg ik meerdere lagen wol, bruin waar ik witte draad heb gelegd, en over een bruine draad die ik in een spiraal heb gelegd, een cirkel van witte wol. De wol die op de bovenkant van de deken komt, is heel zacht, zodat ik er ook ’s zomers op kan zitten. Erg prettig bij mijn zitbal en de leren stoel waarin ik altijd spin. Alle gebruikte wol is naturelkleurig, zoals ze van het schaap (of de hond) af komen. |
Dan volgt het ‘bekleden’ van de bovenkant: aan de zijkanten van de deken vormt een mooie beige wol een spiraal over de bruine wol heen. Rond de witte cirkel in het midden leg ik vrij dikke, witte draad, het midden decoreer ik met Wensleydale-krullen. De wol eronder heb ik in ‘spakenformatie’ gelegd. Ik ben erg benieuwd of dit enigszins uitkomt als alles gevilt is. |
Ook op het midden van de beige spiraal komen de mooie wolkrullen. In de bruine wol leg ik een dikke bruine draad in een Keltisch randpatroon. Bij zo’n groot project is het leggen van deze draad aardig lastig. Je trekt hem makkelijk weg waardoor het patroon verdwijnt. Dan kun je opnieuw beginnen met leggen. En als de draad op de lontwol valt, trek je deze makkelijk uit het gelid, zodat deze niet meer egaal verspreid is. |
Als de wol nog droog is, lijkt het een heel duidelijk, reliëfrijk patroon. Zodra je het project nat maakt en inzeept en alle lucht eruit werkt met je handen, valt het reliëf echter grotendeels weg. De dikke draden geven nog wel wat hoogteverschil en contrast.Tijdens het nat maken en inzepen, en zeker ook tijdens het rollen, is het best moeilijk om de draden op de plaats te houden. Op een aantal plaatsen laten ze steeds los. Dit komt deels omdat ze behoorlijk strak gesponnen zijn, zodat de wolvezels weinig vat hebben, noch vanuit de draad zelf, nog vanaf de basis van losse lontwol.Opvallend is wel dat de naturelwol, toch volledig gewassen, veel sterker ruikt dan de gekleurde wol die ik normaal gebruik. Mijn DH (voor mijn hondenvrienden: dear hubby ;-)) slaat voor de geur op de vlucht, terwijl hij natte hond heel draaglijk vindt ruiken. Ik vind het wel een lekkere lucht. |
Als de deken klaar is, moet ik dan ook nog wel een aantal draden vastzetten d.m.v. naaldvilten. Maar het resultaat vind ik zelf wel geslaagd. De contrastrijke (en soms hondenhaarrijke) onderkant de Keltisch patronen duidelijk uitkomen mede door de gebruikte dikke draden. |
De rustige bovenkant, waar je op zit. Ook hierin zitten draden verwerkt, maar dan steeds in dezelfde kleur als de ondergrond. Door de dikte vallen ze wel heel goed op. Ook de ’toefjes’ Wensleydale-krullen komen goed uit.
Als je de deken tegen het licht houdt, komen er wel een paar dunnere plekken aan het licht. Een les voor de volgende keer: de wol overal dik genoeg leggen. Nu zal deze deken best een aantal jaren meegaan, maar ik ben er toch wel voorzichtiger mee dan als hij de wat doorzichtige plekken niet had. |
Hier ten slotte de deken zoals hij in de stoel of op de zitbal ligt, klaar om behaaglijk om mijn heupen heen te slaan.
Meer afbeeldingen vind je door op de foto’s op deze pagina te klikken. |