Breien met reliëf
Een mouwloos vest, in 2 weken gebreid, mede dankzij de ‘bulky’ garens, breinaalden 7. Rechttoe, rechtaan vertikaal gebreid in gerstekorrel, recht en averecht. Grotendeels uit één stuk gebreid. Alleen bij de voorpanden nog iets aangebreid in gerstekorrel, zodat de boord recht tegen de hals opstaat en het vest van voren niet teveel open hangt. De zijkanten zijn iets boven de taille met een paar steken vastgezet.
Daarin verwerkt zelf gesponnen artyarns en “gewone” draden met een petrol/brons/paars gemeleerde lontwol in de volgende technieken:
- thick/thin coils (tussen het breisel geweven tijdens het breien)
- corespinning
- gesponnen draad met anderskleurige lontwol, andere draadjes en glimvezels, getwijnd met dunne petrol woldraad
- gesponnen draad met anderskleurige lontwol, andere draadjes en glimvezels, navajo-getwijnd
- gesponnen draad met kraaltjes, navajo-getwijnd
Commerciële garens:
- Drops Alaska (paarse draad)
- Katia Tahiti (bronskleurige veterdraad)
- SMC Select Solavita (lichtgekleurde, gemeleerde veterdraad)
- Linie 379 Stoppino (groen/petrolkleurige draad)
- Drops Karisma (licht paarsgrijze draad, restje van ander project)
Vest aan de onderkant afgewerkt met franjes en een aantal kralenstrengetjes.
De foto’s staan op groot formaat op de fotosite.