Spinsels van de laatste tijd (met een lichtgroen commerciaal draadje ertussen).

• Vooraan liggen de draadjes uit het solar dyeing-blog van augustus.
• De gemeleerde draden (groen, bruin-oranje en grijs-paars) zijn afkomstig van een gezellige verfdag met Eveline en Sabine eind juni (foto’s).
• De felgroene draad is afkomstig van ons guldenroede-avontuurtje medio augustus (foto’s).

Hieronder vertel ik wat meer over toegepaste verwerkings- en spintechnieken.

De “oranje collectie”

De oranje-bruin gemeleerde draad onderop de stapel is grotendeels afkomstig van de herfstkleuren-verfdag eind juni (foto’s). Dit is ook de streng in één van de kopfoto’s van deze site.

De lontwol van die dag heb ik eerst een beetje ingedeeld op kleuren en tonen. Ik kwam op een verzameling met overwegend oranje en roodbruine kleuren, een met veel groene en gele tinten en een koelere kleurcollectie met grijzen, koelere kleuren bruin en her en der wat mooie geeltonen.

De voornamelijk oranje en bruine lontwol heb ik op een mengbord gekaard met oranje, groene en bruine ramievezels.

Bij eerdere projecten maakte ik vanaf het mengbord ‘punies’ of ‘fauxlags’, vrij strak om houten stokjes opgerolde rolletjes. Onder meer is dit heel geschikt als je de ‘long draw spinning’ methode wilt gebruiken, omdat de vezels dwars op de spinrichting staan en daardoor lekker luchtig wegspinnen.

Bij deze en de andere gemeleerde strengen uit deze serie heb ik na het kaarden de wol voor het eerst met een ‘diz’ van het mengbord gehaald. Een ‘diz’ is een rond plaatje met een gat erin. Ik heb het zelf gemaakt. Uit de wand van een kunststoffen vitaminedoosje heb ik een ronde vorm geknipt. Min of meer hiermiddenin heb ik een gat van nog geen centimeter geboord. Alle rafels verwijderd en klaar!

Je trekt de wol op het mengbord door het gaatje, waardoor je bijna weer een soort lontwol krijgt. Bij mij is het nog wat onregelmatig, maar het is wel lekker los en luchtig. En het spint wel heerlijk weg. Zeker heel geschikt als je coreless wilt spinnen.

Coreless core spinning

De streng heb ik deels gesponnen met de ‘coreless core spinning’-techniek. Bij core spinning laat je de lontwol zich dunnetjes om een bestaande draad wikkelen, zodat deze vaak niet eens meer te zien is. Het is effect is dat bijvoorbeeld glansdraden en andere bijzonderheden die je door de lontwol hebt gemengd, beter zichtbaar zijn. De lontwol staat ook bijna haaks op de draad, wat ik een speciaal effect vind geven.

Bij coreless core spinning neem je een deel van de lontwol en die spin je normaal, terwijl je tegelijkertijd een ander deel van de lontwol zich om die tegelijk gesponnen draad laat wikkelen. Het voordeel is dat je de techniek kunt afwisselen met normaal spinnen. Door van techniek te wisselen, kun je er steeds voor zorgen dat de kleuren en texturen in de lontwol het beste tot hun recht komen.

Youtube tutorial hierover:
Coreless core spinning and thread wrapping

Mijn doel is om deze spintechniek zo dun mogelijk te gaan doen, zodat je wel de mooie vezels en kleuren ziet die in de lontwol zitten, maar de dikte van de wol beperkt blijft. Bij een volgend project laat ik misschien ook weer een mooi contrasterend of glansdraadje meelopen dat zich om de core-gesponnen draad wikkelt.

Navajo of chain ply

De bovenste oranje strengen zijn afkomstig uit het solar dyeing-experiment. Deze zijn allemaal direct vanaf de lont gesponnen en daarna navajo-getwijnd. Ik trof voor deze techniek ook de term ‘chain plying’ aan, wat de techniek uitstekend beschrijft, aangezien je een heel losse variant van de ketensteek (haken)  gebruikt. Je trekt steeds een lange lus van de draad door de eerdere lus, en deze twijn je tot je de volgende lus erdoorheen haalt. Je hebt daardoor altijd 3 draden naast elkaar in je twijnsel.

Op Youtube zijn hierover prima filmpjes te vinden. Het duurt even voor je de techniek helemaal in de vingers krijgt, maar de basis is niet moeilijk. Je moet vooral een bepaald ritme vinden – en je hoofd erbij houden.

Omdat je steeds 3 draden van hetzelfde stuk draad bij elkaar hebt, komen de kleuren van dat stuk draad naast elkaar te liggen en krijgen ze meer nadruk. Bij 2 dezelfde gemeleerde draden twijnen vloeien de kleuren meer omdat de kleuren in de 2 draden elkaar zelden tegenkomen. Bij navajo-twijnen worden de kleuren juist meer geconcentreerd.

Ik heb nog wel een voorbeeld liggen waarmee ik dat kan laten zien, moet ik alleen aan denken! Onderwerp voor een ander blog.

De “groene collectie”

De felgroene streng wol onderop de stapel is afkomstig van ons guldenroede-dagje. De gele accenten zijn viscosevezels die ik zo nu en dan meespon, zo dunnetjes mogelijk. Oorspronkelijk was ik van plan om dit felle groen met de gemeleerd groene streng (links op de foto) te twijnen. Toen ik de gemeleerde streng af had, was ik echter bang dat het groen te fel was en de subtiele kleuren in de gemeleerde streng volledig zou overstemmen. De zeer dunne felgroene draad heb ik daarom navajo getwijnd, zodat hij hopelijk ongeveer even dik zou uitkomen als de gemeleerde draad.

De groen gemeleerde streng

Deze draad is een combinatie van de “herfstige” lontwol, op het mengbord gekaard met wat groene ramievezels en dunne laagjes viscosevezels in geel, bruin en de groenere gedeelten van de paarse viscosestrengen in mijn voorraadje.

Deze streng wilde ik na het spinnen toch graag twijnen, omdat hij alleen een beetje dun was om later in een breiproject te combineren met de navajo-getwijnde felgroene draad. Hiervoor heb ik een commerciële draad gebruikt, de Drops Alpaca Mix Donker-olijfgroen.

Zelfs zonder inzoomen is op de foto mooi het verschil te zien tussen niet-twijnen, “gewoon” twijnen met 2 draden en navajo-twijnen.

Veilig opgeborgen in een weckpot

Voor de groencollectie heb ik inmiddels al inspiratie voor de verwerking, samen met de lichtgroene commerciële draad (Drops Air Mix Moss-green). Tot ik er tijd voor heb, mag de verzameling veilig voor de motten wachten in een grote weckpot. De grijspaarse draad zal waarschijnlijk geen deel uitmaken van dit project, maar met even dezelfde bescherming genieten.

In de toekomst wil ik een open kast waarin ik zo in weck- en andere gesloten glazen potten allerlei wolletjes bewaar tot ik ze kan verwerken. Een handig en decoratief idee van Eveline!

De grijs-paarse streng

De grijs-paarse streng (ook in een kopfoto van deze site te zien) is een combinatie van grijze, groene, koelbruine en gele schakeringen van de lontwol die ik met herfstkleuren had geverfd. De lontwol heb ik samen met gele, bruine en paarse viscosevezels op een mengbord gekaard, in combinatie met wat met guldenroede geverfde lontwol. Bij het spinnen van het resultaat kwam dit eruit. De grijze vezels kleuren prachtig naar het paars toe, zodat er aanzienlijk meer paars in lijkt te zitten dan het geval is. Ook deze streng is deels met de coreless corespinning-techniek vervaardigd.

De kleuren van de streng zijn nagenoeg identiek aan de foto van de zwam hiernaast. Ik zou willen dat ik kon zeggen dat ik hieruit inspiratie putte voor de wol, want ik vind het werkelijk prachtige kleuren. De foto kwam ik echter tegen toen ik al bezig was met de draad. Ik werd er wel heel blij van.

Waarschijnlijk zal ik de streng verwerken in combinatie met een mooie paarse draad. Zelf gesponnen of in de winkel gekocht, dat zullen mijn toekomstige projecten uitmaken.